Het werk van Ad Gerritsen doet een beroep op ons collectieve geheugen. Zijn messscherpe tekeningen en schilderijen vertellen de verhalen die de toeschouwer er zelf op projecteert. Die verhalen kunnen van alles zijn: het doet eigenlijk niet ter zake. Mensen kijken tenslotte louter vanuit hun eigen geschiedenis naar de dingen. Gerritsen zorgt alleen voor het kader. Zijn werk is als een laaghangende wolk boven de stad. Uiteindelijk kom je altijd wel een keer iets van de kunstenaar tegen: in een overheidsgebouw, het museum, bij mensen thuis. Stuk voor stuk hebben de geportretteerden iets ongemakkelijks; ze kijken ongelukkig, nors, onverschillig, hysterisch of opgewonden. Zelfs de dieren die hij verbeeldt lijken wel menselijk door hun emotionele uitdrukking. Ze ondergaan hun lot gedwee. Ze plooien zich in de onmogelijke poses die de kunstenaar hen heeft toebedacht.
Ad Gerritsen overleed op 2 april 2015.