Culturele gretigheid in de openbare ruimte

Jade KersteCulturele gretigheid in de openbare ruimte
Factor 50 bijeenkomst op 24 september 2020.

Het museum dat dag en nacht geopend is, waar rugzakken, grote tassen en paraplu’s mee naar binnen mogen, evenals fietsen, auto’s en vrachtwagens.* Oftewel: kunst in de openbare ruimte. Dit was donderdag 24 september het onderwerp van Factor 50, een bijeenkomst georganiseerd door Beeldende Kunst Arnhem en Nijmegen in ACEC, Apeldoorns Centrum voor Eigentijdse Cultuur.
 
Gespreksleider van de bijeenkomst is Marlies Leupen en in de zaal zit een (vanwege de coronamaatregelen klein) gemengd gezelschap: kunstenaars, vertegenwoordigers van kunstorganisaties, leden van kunstcommissies en beleidsmakers van verschillende Gelderse gemeentes. Kunst in de openbare ruimte (in de rest van dit artikel afgekort tot KOR) blijkt een complex onderwerp met veel verschillende kanten en belangen, die zich in de loop van vier interviews ontvouwen.
 
De kunstmakelaar als spin in ’t web
Als eerste spreekt Marlies met Jasper van der Graaf, artistiek leider van ACEC en cultuuradviseur in Apeldoorn, en met beeldend kunstenaar Marcel Smink, die voor de gemeente een kunstwerk maakt.
Sinds een jaar profileert Jasper zich, met ACEC, als kunstmakelaar: hij legt verbindingen tussen de gemeente, kunstenaars, maatschappelijke organisaties, inwoners en ondernemers. Hij werkt met een min of meer vaste formule: aan het begin van de opdracht wordt een plan gemaakt en spreekt hij criteria af met de gemeente. Dan gaat hij in gesprek met inwoners, ondernemers en het wijkberaad, waaruit hij een kunstjury samenstelt. Samen maken ze de opdrachtformulering voor de kunstenaar. Jasper presenteert dan een longlist van kunstenaars, die de kunstjury terugbrengt naar een shortlist van drie. Deze drie kunstenaars wordt gevraagd een schetsvoorstel te maken.
Het samenwerken met mensen uit de buurt vindt Jasper heel belangrijk; het genereert betrokkenheid en leidt tot hele leuke uitkomsten. De gemeente Apeldoorn heeft een budget voor KOR van 2,5 ton waar hij aanspraak op mag doen. Daarnaast zoekt hij vaak naar externe budgetten, waardoor projecten een grotere omvang kunnen krijgen. Gevraagd om een laatste advies zegt Jasper: ‘Je moet een gigantische culturele gretigheid hebben. Als je ontevreden bent met je stad, moet je er heel veel kunst aan toevoegen.’

Marcel geeft ons inzage in zijn perspectief: dat van de kunstenaar. Hij was een van de eerste kunstenaars waar Jasper het afgelopen jaar mee werkte: hij maakte het kunstwerk De Matenpoort, dat in oktober in Apeldoorn wordt onthuld. Jasper is heel goed ingevoerd in de situatie in Apeldoorn, zegt Marcel. Hij is de juiste persoon op de juiste plek.
Marcel draait al 25 jaar mee in het kunstcircuit, en kan daardoor de verschillende werkwijzen door de jaren heen met elkaar vergelijken. Tijdens de eerste vijftien jaar van zijn carrière waren er nog kunstcommissies die opdrachten begeleidden. Nu is het diffuus geworden, aan beide kanten: kunstenaars weten niet waar er mogelijk opdrachten zijn, en opdrachtgevers weten vaak niet hoe ze te werk moeten gaan. ‘Ik heb soms beide petten op, die van opdrachtnemer én opdrachtgever,’ zegt Marcel. ‘Dan moet ik uitleggen wat ze moeten doen.’ Een oplossing hiervoor zou volgens hem zijn: iemand aanstellen bij de provincie die gemeentes helpt bij het organiseren van KOR. Een soort Rijksbouwmeester op provinciaal niveau.
 
Eerst achterstallig onderhoud, en dan verder bouwen
De gemeente Arnhem heeft 270 kunstwerken in de openbare ruimte, maar momenteel geen actief KOR beleid. Marlies spreekt Doeko Pinxt, senior bestuursadviseur cultuur van de gemeente Arnhem.
Doeko is de laatste tijd bezig geweest met een plan voor het onderhoud van alle KOR in de gemeente, want uit een sectoranalyse bleek dat hier weinig aandacht voor was. ‘Toen zijn we naar Piet gegaan’, zegt hij. Piet is een kunstenaar uit Arnhem die vaker wordt ingeschakeld voor onderhoud van kunst, en die alle kunstwerken in de stad weet te vinden. Hij heeft een inventarisatie gemaakt van al het onderhoud dat uitgevoerd moest worden, en een plan voor de komende vijf jaar gemaakt: welk werk heeft urgentie, wat is het materiaal, en welke kosten zijn daaraan verbonden? Doeko pleit ervoor om integraal naar de openbare ruimte te kijken, met één gemeenschappelijk potje voor het onderhoud ervan. Nu zijn er bij de gemeente Arnhem allerlei verschillende potjes, waardoor het onduidelijk is waar het kunstwerk precies bij hoort.
Verder werkt Doeko aan een Kader KOR, over hoe de gemeente in de toekomst wil omgaan met kunstopdrachten. ‘Is dat voldoende?’ vraagt Marlies. Het is even het hoogst haalbare, zegt Doeko. Eerst moet het achterstallig onderhoud gedaan worden, en daarna kan de gemeente weer verder gaan bouwen aan KOR. In het Kader komt ook te staan dat ieder KOR project onder een roulerend kwaliteitsteam valt, waar ook iemand in zit met artistieke kennis.
 
Zorgvuldig omgaan met expertise van de kunstcommissie
In de gemeente Nijmegen bestaat nog een ‘traditionele’ kunstcommissie. Kunstenaar, ontwerper en adviseur Jan Hein Daniels is voorzitter. Hij noemt de kunstcommissie een ‘bewezen model’ en legt uit hoe belangrijk het is in dit vakgebied om een kundige commissie te hebben die continuïteit heeft. Hij schetst een verticale en horizontale as: verticaal ben je de vertegenwoordiger van zowel de opdrachtgever bovenaan, als de kunstenaar die praktisch met de voeten in de klei staat. En je werkt met alle schakels die daartussen zitten. Horizontaal heb je onder meer te maken met de actualiteit om op in te spelen, vergunningstrajecten, en een overheidsapparaat dat altijd in beweging is. Al deze aspecten zorgen ervoor dat ieder project maatwerk vereist. Net zoals de kunstmakelaar, is de commissie tussen al deze partijen de spin in het web.
 
De kunstcommissie heeft een beleidsplan om bestuurlijk raakvlak te krijgen, jaarplannen, en budget: een ton voor de uitvoering van projecten, en een ton voor beheer en onderhoud. Daarnaast worden regelmatig externe fondsen geworven ter aanvulling. De commissie bestaat uit vier leden met allerlei verschillende achtergronden. Jan Hein legt de nadruk op het belang van de continuïteit van de groep: je moet zorgvuldig jongere generaties in het vak introduceren, zodat je je opgebouwde expertise niet kwijtraakt.
 
De traditionele kunstcommissie functioneert nog steeds goed in Nijmegen. Maar als je als gemeente net start met KOR, dan hoef je niet per se een commissie in het leven te roepen, volgens Jan Hein. Zolang de mensen die erover gaan maar expertise hebben, zowel bestuurlijk als qua praktisch advisering, en de intuïtie hebben om te weten wat er in een specifieke situatie nodig is.
 
Betrek kunstenaars zo vroeg mogelijk bij je project
Als laatste interviewt Marlies beeldend kunstenaar Heidi Linck, die een sterke boodschap heeft voor gemeentes en andere organisatoren van KOR: zodra je iets wilt gaan doen in een gebied, betrek er dan een kunstenaar bij. Kunstenaars hebben namelijk een heel andere kijk op het gebied dan de andere betrokkenen, en kunnen vanuit dat originele perspectief een waardevolle bijdrage leveren aan het gesprek.
De kunstenaar verbindt zich met de plek, doet onderzoek, observeert, en gaat in gesprek met mensen voor wie die plek betekenisvol is. Zo kom je bijvoorbeeld achter de herinneringen, verhalen en dromen van bewoners. Daarmee haalt een kunstenaar inzichten naar boven die anders niet zichtbaar zijn. De kunstenaar brengt de waarde van het landschap in beeld bij beleidsmakers, zodat zij de vraag kunnen beantwoorden: wat moet er behouden blijven? Participatie, zegt Heidi, gaat niet over draagvlak of zelf je favoriete kunstwerk kunnen kiezen. Inwoners hebben zoveel meer te bieden dan wanneer ze alleen achteraf erbij betrokken worden.
Vaak wordt er ook écht wat met Heidi’s advies gedaan: plannen worden aangepast, of ze blijft betrokken bij de verdere ontwikkeling van het gebied. In het meest gunstige geval maakt de organisator in iedere fase van het project gebruik van de verbeeldingskracht van kunstenaars.
Tot slot roept Heidi op tot actie: ‘Er zijn zoveel ideeën, laten we een stap verder zetten. Er zijn hier vijf beleidsmedewerkers van gemeentes. We moeten zorgen dat de ideeën naar de beleidsmakers toe gaan!’
 
Op naar Museum KOR!
Om de middag af te sluiten gaan we naar buiten: KOR kijken! De groep wordt in tweeën gesplitst en we krijgen een rondleiding van Jasper van der Graaf en beeldend kunstenaar Bas Fontein. Bas heet ons welkom in zijn museum: Museum voor Kunst in de Openbare Ruimte. Museum KOR is zeven jaar geleden opgericht, met als doel om KOR op een aanstekelijke en laagdrempelige wijze onder de aandacht te brengen, en mensen op een andere manier naar hun directe leefomgeving te laten kijken. Onder andere door middel van audiotours en rondleidingen. www.museumvoorkor.nl
 
Bas leidt ons onder meer langs Hert en jager van Gijs Assmann, B van Marc Ruygrok, en het monument voor luitenant-admiraal Jan Hendrik van Kinsbergen van Erzsébet Baerveldt. De laatste stop in zijn rondleiding is De Notenkrakerrrr, een onlangs onthuld beeld van de Space Cowboys (Albert Dedden en Paul Keizer), en een van de meest recente projecten van Jasper en ACEC. Ook hier bepaalde een kunstjury van ondernemers en omwonenden wie uiteindelijk een beeld op deze plek mocht maken, en ook hier is de stad weer een beetje mooier gemaakt.
 
Actie- en aandachtspunten
  • Werk samen met mensen uit de buurt; het genereert betrokkenheid en leidt tot hele leuke uitkomsten.
  • Stel iemand (of een team) aan bij de provincie die gemeentes helpt bij het organiseren van KOR.
  • Kijk integraal naar de openbare ruimte, en heb er één potje voor, zodat er geen twijfel bestaat over waar het geld voor onderhoud vandaan moet komen.
  • Onderschat niet wat een vak apart het is om KOR te regelen. Zorg dat er continuïteit zit in de commissies of teams die zich ermee bezig houden, zodat expertise niet verloren gaat.
  • Zodra je iets wilt gaan doen in een gebied: betrek een kunstenaar erbij. Zij voegen een waardevol perspectief toe. 

Beeldende Kunst Arnhem en Nijmegen zijn twee platforms waarin alle professionele beeldende kunstinstellingen uit beide steden (van groot naar klein) vertegenwoordigd zijn. Zij willen de aandacht, het draagvlak en de markt voor beeldende kunst vergroten. Eén van de activiteiten die BKA en BKN samen organiseren is Factor 50. Dit is een netwerkbijeenkomst met als doel het draagvlak voor de beeldende kunst in Gelderland te vergroten.
www.beeldendekunstarnhem.nl / www.beeldendekunstnijmegen.nl
 
* Fragment uit de huisregels van het Museum voor KOR.  

Loading...

Beeldende Kunst Arnhem Partners

Bezoek ook Beeldende Kunst Nijmegen

Beeldende Kunst Nijmegen